In een parkachtige omgeving creëren we een duurzaam, groen en autoluw buurtschap, waar plek is voor een diverse groep bewoners in harmonie met flora en fauna.
Divers, sociaal en levensloopbestendig
Het plan bestaat uit een diverse mix aan woningtypologieën voor starters, (jonge) doorstromers en (vitale) senioren. Levensloopbestendigheid is een kernpunt van het programma. Nagenoeg de helft van alle nieuwe woningen heeft een volledig woonprogramma op de begane grond. Dit draagt bij aan een inclusieve en diverse gemeenschap. Onder het motto “ontmoeten, snoeien en oogsten” kunnen de toekomstige bewoners meedenken over de groenvoorzieningen waardoor een hechte buurt ontstaat. Het idee is dat de bewoners zelf het groen rondom de woningen beheren.
Duurzaamheid
Deze drie aspecten staat centraal in onze duurzaamheidaanpak:
1. Materialentransitie
– Het voorkomen van overmatig materiaalgebruik: een compact en passief ontwerp.
– Constructie van prefab beton op basis van hergebruikt grondstoffen (Urban Mining Concrete)
– Het toepassen van biobased materiaal zoals in hout uitgevoerde gevels, binnenwanden, dakconstructie en trappen. De isolatie is gemaakt van een lokaal geteelde natuurlijke grondstof (van land tot pand).
2. Energietransitie
Voor het energieconcept staat energievraagreductie in combinatie met gezondheidsbevordering bovenaan. Hierna volgt de opwekking van hernieuwbare energie met zonnepanelen. Dit staat gelijk aan een energie neutrale woning.
3. Een gezonde, klimaatadaptieve en biodiverse leefomgeving
– Passief koelen, het energieconcept icm natuurrijke gevels, daken en buitenruimte zijn de basis voor een gezonde leefomgeving.
– Het beperken van het watergebruik, het opvangen van regenwater in een ondergrondse tank, het gebruiken van regenwater voor huishoudelijke apparaten en het bestendig maken van het buitengebied op extreme neerslag dragen bij aan een klimaatadaptieve leefomgeving.
– Inheemse, kruidenrijke vegetaties vormen de ecologische basis voor de inrichting van de groene omgeving. Dat geldt zowel op het maaiveld als op de daken en gevels. Er worden diverse maatregelen voorgesteld om habitatten te creëren voor de zwarte roodstaart, de egel en de vleermuis. Bijvoorbeeld de ingebouwd neststenen voor de zwarte Roodstaart. De aanwezigheid van struiken en hagen tussen kavels zorgen voor voedsel- en schuilgelegenheid voor egels. Daarnaast worden de lijnhagen, schuttingen en hekwerken voorzien van openingen onderaan om verplaatsing mogelijk te maken. De vleermuiskasten worden op locaties met zo min mogelijk verlichting geplaatst en de groene daken zorgen voor insecten en dus voedsel.
Uitstraling en materialisatie
Van onder de bomen, van over het water of vanuit het bloemrijke grasland tonen zich eenvoudige en lage houten volumes met groene kappen, omzoomd door groene hagen met bessen en bloemen, genoemd de plukkrans.
De massa’s bestaan uit kleine beperkte volumes waarbij de schakeling voor het grootste deel bestaat uit een rij van twee of drie woningen. De hoogte varieert tussen één laag en twee lagen met kap. Ter versterking van deze kleine korrel worden de woningen uitgevoerd met verspringende gevel-, nok- en gootlijnen. Daarnaast zijn er in het gehele project ‘oogappels’ terug te vinden. Dit zijn de markante gevelkapellen die gericht zijn op het landschap.
Alle gevels zijn uitgevoerd in voor- vergrijsd en verduurzaamd vurenhout. Deze houtsoort heeft door zijn tekening van noesten een natuurlijke uitstraling maar ook een gelijkmatige verduurzaming. Op het dak ligt de ‘groendakpan’ die zorgt voor het groene aanzicht van het dakvlak waarbij de nodige zonnepanelen goed kunnen worden opgenomen.
Overgang privé – openbaar
Bij alle woningen wordt rondom de privéterrassen een eetbare plukkrans aangeplant die een robuuste overgang vormt. Een belangrijke bron van voedsel en huisvesting voor dieren en tegelijkertijd dus ook voedsel voor mensen. Om het onderscheid tussen terras en park nog iets meer te accentueren wordt een hoogteverschil van ca. 20 cm aangebracht. De ooghoogte van de recreanten in het park ligt dus iets lager.
Parkeeroplossing en ontsluiting Wandelaars en fietsers krijgen voorrang volgens het ‘STOP-principe’ (Stappen (lopen), Trappen (fietsen), OV (openbaar vervoer) en Personenauto). Om de fietsen goed te kunnen stallen hebben alle woningen in directe nabijheid van hun voordeur een stalling voor fietsen. Het parkeren vind plaats in de ‘parkeerkassen’ onder een zonnedak. Het elektrisch rijden wordt zo indirect gestimuleerd.
opdrachtgever
Janssen de Jong projectontwikkeling
ontwerpteam
Johan Blokland en Christelle Oude Vrielink-Sanfilippo mmv Martijn Kempkens
impressies
Render Art, Malgorzata Widaj
project
71 koop- en huurwoningen
status
studie